Studeren kost geld. Mede vanwege het huidige sociaal leenstelsel komen de studiekosten van studenten regelmatig in het nieuws. Maar wist je dat jij als werkgever ook mogelijkheden hebt om belastingvrij de studiekosten voor kinderen van werknemers te vergoeden? Voorwaarde is wel dat deze studerende kinderen in Nederland wonen.
Het belastingvrij vergoeden van de studiekosten voor kinderen van jouw werknemers kan op verschillende manieren.
Je geeft het studerende kind een zelfstandige studietoelage
Het is mogelijk om de studietoelage rechtstreeks aan het kind zelf te betalen. Dit moet worden gezien als inkomen van het kind. Als werkgever dien je loonbelasting/premie volksverzekeringen in te houden volgens de groene tabel. De studietoelage wordt namelijk gezien als loon uit vroegere dienstbetrekking omdat er geen arbeid tegenover staat.
Het kind is niet verzekerd voor de werknemersverzekering en er kan op dit inkomen geen eindheffing worden toegepast. Ook is er geen gerichte vrijstelling mogelijk.
Is de studietoelage van het kind niet hoger dan € 6.759? En laat de student bij jou de loonheffingskorting toepassen? Dan hoef je géén loonbelasting/premie volksverzekeringen in te houden. De bruto vergoeding is dan dus netto.
Wel of geen werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw)
Je kunt er als werkgever voor kiezen om de studietoelage éénmalig of periodiek uit te laten betalen. Bij een eenmalige uitbetaling ontbreekt er een tijdvak en hoef je dus geen werkgeversheffing Zvw af te dragen. Bij een periodieke uitkering moet je wel werkgeversheffing Zvw betalen.
Je geeft de studietoelage aan je werknemer en wijst het aan als eindheffingsloon
Als werkgever mag je er ook voor kiezen om aan de werknemer een vergoeding voor de studiekosten van het kind te geven onder de werkkostenregeling (WKR). Hiervoor dien je de vergoeding aan te wijzen als eindheffingsloon.
Voorwaarde is wel dat de toelage niet meer is dan gebruikelijk. Dit wordt gemeten aan de hand van de gebruikelijkheidstoets: om vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen als eindheffingsloon te kunnen aanwijzen mogen deze niet meer dan 30% afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is.
Voor deze vergoeding geldt geen gerichte vrijstelling, dus dit komt ten laste van de vrije ruimte. In 2020 en 2021 is de vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de totale loonsom 3%. Over het bedrag van de loonsom boven € 400.000 is de vrije ruimte in 2020 vastgesteld op 2,1% en in 2021 vastgesteld op 1,18%. Als de werkgever de totale vrije ruimte overschrijdt, moet hij over het meerdere 80% eindheffing betalen.
Je geeft de studietoelage via een studiefonds
Er bestaat ook nog een mogelijkheid om als werkgever een zogenoemd studiefonds op te richten. Als je een studietoelage voor het kind van de werknemer betaalt uit een studiefonds, is dit geen belast loon. Dit fonds moet dan wel aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Het gaat niet om uitkeringen en verstrekkingen voor adoptie, overlijden, ziekte invaliditeit en bevalling.
- De werknemer heeft geen vrijgestelde aanspraak op de uitkeringen of verstrekkingen.
- Werknemers die aan het fonds bijdragen hebben de laatste 5 jaar gezamenlijk minstens evenveel bijgedragen als de werkgever. Als het fonds nog geen 5 jaar bestaat, ga je uit van de periode vanaf de oprichting van het fonds.
Dit betekent dus wel dat zowel de werkgever als de werknemer stortingen moeten doen in het studiefonds. De werkgever kan de storting door de werknemer inhouden op het nettoloon van de werknemer. De bijdrage die de werknemer aan het studiefonds doet kan dus niet in mindering worden gebracht op het belaste loon.
Wil je als werkgever studiekosten voor kinderen van werknemers vergoeden? Dan is het verstandig om je te laten adviseren bij de uitvoering. Zo kan het bijvoorbeeld slim zijn een studietoelagereglement toe te voegen aan je personeelshandboek. Wil je dat we samen met jou kijken naar de opties voor jouw organisatie? Neem dan contact met ons op!