Hoge Raad: Box 3 op basis van werkelijk rendement

De Hoge Raad (HR) heeft op 6 juni jl. bevestigd dat het inkomen uit box 3 berekend moet worden op basis van het werkelijk rendement. De Wet rechtsherstel box 3 (2017-2022) alsmede de Overbruggingswet box 3 zijn volgens de HR in strijd met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM).

De HR heeft benadrukt dat indien het werkelijk rendement in box 3 lager is dan het forfaitair rendement dat lagere werkelijk rendement belast moet worden. Verder heeft de HR meer duidelijkheid gegeven over hoe het werkelijk rendement in box 3 berekend moet worden. Het is aan belastingplichtigen om aan te tonen dat het werkelijk rendement lager is dan het forfaitair rendement.

Werkelijk rendement

 De Hoge Raad (HR) heeft op 6 juni jl. bevestigd dat het inkomen uit box 3 berekend moet worden op basis van het werkelijk rendement. De Wet rechtsherstel box 3 (2017-2022) alsmede de Overbruggingswet box 3 zijn volgens de HR in strijd met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM).

De HR heeft benadrukt dat indien het werkelijk rendement in box 3 lager is dan het forfaitair rendement dat lagere werkelijk rendement belast moet worden. Verder heeft de HR meer duidelijkheid gegeven over hoe het werkelijk rendement in box 3 berekend moet worden. Het is aan belastingplichtigen om aan te tonen dat het werkelijk rendement lager is dan het forfaitair rendement.

En nu?

De uitspraak van de HR over box 3 heeft grote budgettaire gevolgen en consequenties voor de uitvoering door de Belastingdienst. De uitspraken en de gevolgen daarvan worden bestudeerd en in kaart gebracht. Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft aangegeven dat hij verwacht dat hiervoor zo’n acht weken tijd nodig is.

De grijze gebieden die de HR nog niet heeft ingevuld, zal het Ministerie van Financiën zelf invullen, in afstemming met de Tweede Kamer.

In 2025 zal naar verwachting het besluit / Wet rechtsherstel box 3 2.0 worden gepubliceerd, waarna later dat jaar wordt opgestart met de uitvraag van het werkelijk rendement door de Belastingdienst aan de hand van een formulier. Je mag dan per jaar kiezen of je het forfaitair rendement of het werkelijk rendement toegepast wilt hebben. Vanzelfsprekend kunnen wij behulpzaam zijn bij het bepalen van de voor jou meest interessante optie. Wij raden aan om de gegevens waaruit het werkelijk rendement valt af te leiden, zoals overzichten van een effectenportefeuille, goed te bewaren.

Weer daarna start de Belastingdienst met het afwikkelen van bezwaarschriften en openstaande aanslagen.

In een aantal gevallen legt de Belastingdienst al eerder een definitieve aanslag op. Dit is bijvoorbeeld het geval als de verjaarstermijn voor het opleggen van een aanslag dreigt te verstrijken of als het box 3-vermogen alleen uit bankrekeningen bestaat. In deze gevallen is het van belang om binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag bezwaar in te dienen als (je verwacht dat) het werkelijk rendement lager is dan het forfaitair rendement. Uiteraard kunnen wij jou ook hierbij behulpzaam zijn.

Wij zullen aan de hand van de door ons te ontvangen digitale kopieën van de aanslagen monitoren of het indienen van een bezwaarschrift zinvol is. In een aantal gevallen ontvangen wij geen kopie van de aanslag. Ontvang je een aanslag en denk je dat het indienen van een bezwaarschrift zinvol kan zijn, neem dan contact op met jouw klantmanager.