Prinsjesdagspecial – Belastingplan 2021

‘Geen bezuinigingen maar ons uit de coronacrisis investeren’ is het motto dat het kabinet presenteert in de Miljoenennota, Rijksbegroting en het Belastingplan 2021. De in de voorgaande jaren uitgezette hoofdlijnen worden door het kabinet doorgetrokken naar 2021 en de verdere toekomst. In deze nieuwsbrief zoomen wij graag in op de meest opvallende beleidswijzigingen voor het jaar 2021. Omdat 2020 een bijzonder jaar was door de uitbraak van het coronavirus, zal een deel van het komend beleid daarop afgestemd worden.

Inkomstenbelasting

Box 1
De zelfstandigenaftrek (€ 7.030) voor ondernemers in de inkomstenbelasting wordt nog sneller afgebouwd dan in voorgaande jaren voorgesteld. Eerder was er een stapsgewijze afbouw tot € 5.000 aangekondigd in 2028, dat wordt nu € 3.240 in 2036. De afbouw zal geleidelijk verlopen, maar het begin sneller. Hierdoor valt de zelfstandigenaftrek in 2021 lager uit. Het kabinet beoogt hiermee fiscale verschillen tussen ondernemers en werknemers te verkleinen. Als tegemoetkoming wordt de verhoging van de arbeidskorting naar voren gehaald en neemt het box 1 tarief in de eerste schijf met enkele procentpunten af.

Box 2
In het Belastingplan 2021 zijn geen wijzigingen voor box 2 opgenomen. In het Belastingplan 2019 was reeds een tariefverhoging opgenomen naar 26,9% in 2021 (nu in 2020: 26,25%).
In dit kader is wel relevant dat de inwerkingtreding van de Wet excessief lenen – dat beoogt belastinguitstel en -afstel door aanmerkelijkbelanghouders tegen te gaan – door de coronacrisis is uitgesteld naar 1 januari 2023. Dit was al eerder bekend gemaakt als onderdeel van de steunmaatregelen. Het blijft dus zaak excessieve schulden (grens van
€ 500.000, met uitzondering van eigenwoningschulden) aan de eigen BV tijdig af te lossen of op te schonen middels dividenduitkeringen.

Box 3
Goed nieuws voor de kleine spaarder: het heffingsvrije vermogen in box 3 gaat per persoon omhoog van € 30.846 naar € 50.000. Voor fiscale partners geldt dus een gezamenlijke vrijstelling van € 100.000 vanaf 2021. Daartegenover staat een kleine tariefverhoging in box 3. Spaarders tot circa € 220.000 zullen er op vooruit gaan, daarboven netto op achteruit.

Vennootschapsbelasting

Tarief
De verlaging van het hoge tarief in de vennootschapsbelasting gaat niet door. Voorheen was het plan dat vanaf 2021 het lage tarief verlaagd zou worden van 16,5% naar 15% en het hoge tarief van 25% naar 21,7%. Dat gaat deels niet door, het hoge vennootschapsbelastingtarief blijft namelijk 25%. Daarentegen zal vanaf 2021 de grens tussen de twee schijven van € 200.000 opgerekt worden naar € 245.000 in 2021 en € 395.000 in 2022. Tot die grens zullen winsten met 15% belast gaan worden.

Innovatie
Het tarief voor winst in de innovatie box zal verhoogd worden van 7% naar 9%. Hier staat tegenover dat er extra budget is vrijgemaakt voor de WBSO. Met dit instrument worden investeringen in R&D gestimuleerd. Om te zorgen dat die investeringen ondanks corona op peil blijven, zal er € 157 miljoen extra beschikbaar gesteld worden voor 2021 voor een totaal van € 1.438 miljoen.

Coronareserve
Als onderdeel van de steunmaatregelen is de zogenaamde fiscale coronareserve geïntroduceerd. Verliezen die in 2020 door de coronacrisis voorzien zijn, kunnen in de aangifte over 2019 reeds verwerkt worden in de vorm van een reserve. Hier is meer wettelijke verankering voor gekomen.

Verliesverrekening

aar de voorwaartse verliesverrekening kortgeleden is ingeperkt van 9 jaar naar 6 jaar, wordt deze nu per 1 januari 2022 gewijzigd naar onbeperkte tijd zodat verliezen geleden in coronatijd niet zullen verdampen. Wel zijn er beperkingen aan de hoogte van de verliesverrekening: vanaf 1 januari 2022 zal er een grens van € 1 miljoen komen tot welk bedrag ongelimiteerd verrekend kan worden. Daarboven zal de verliesverrekening 50% zijn. Vermoedelijk wordt hier later nog meer over bekend.

Baangerelateerde investeringskorting

Het kabinet heeft aangekondigd een tijdelijke baangerelateerde investeringskorting (BIK) te introduceren die tijdelijk zou gaan gelden van 2021 tot 2023. Hier is nog geen wetsvoorstel mee gepaard gegaan. Dat volgt op 5 oktober 2020 volgens premier Rutte. Het is nog onduidelijk hoe deze investeringskorting er concreet uit gaat zien. Het zou gaan om een stimuleringsmaatregel ter waarde van € 2 miljard waarmee het bedrijfsleven gestimuleerd wordt investeringen te doen op het gebied van personeel. Er zal dan een korting verrekend worden via de loonheffingen. Zoals gezegd zal hier nog meer over bekend worden.

Woningmarkt

Voorheen was het type onroerend goed – woning of niet-woning – bepalend voor het tarief van de overdrachtsbelasting. Vanaf 2021 zal dit mede bepaald worden door het type koper. Starters tussen de 18 en 35 jaar die hun eerste woning kopen, krijgen een eenmalige startersvrijstelling voor de overdrachtsbelasting. De gebruikelijke 2% overdrachtsbelasting vervalt voor hen, daarmee wordt de woningmarkt voor starters gestimuleerd. Voor doorstromers en mensen ouder dan 35 jaar zal de gebruikelijk 2% gelden. Echter, voor jonge doorstromers zal de eenmalige startersvrijstelling ook tijdelijk gelden. Kopers van niet-woningen en beleggers die woningen niet zelf gaan bewonen zullen 8% overdrachtsbelasting tegemoet zien. Dit pakt dus nadelig uit voor vastgoedbeleggers, aankoop van vakantiewoningen en andere specifieke situaties.

Zoals gebruikelijk hebben de oppositiepartijen de nodige kritiek op de plannen van het kabinet. Het is daarom – zoals ieder jaar – afwachten welke plannen door de Tweede- én Eerste Kamer geloodst kunnen worden. Vanwege de minderheid die de coalitiepartijen in de Eerste Kamer hebben en de nu al grote kritiek op de ‘BIK’ is het afwachten welke plannen in december definitief zijn geworden voor 2021.

Uiteraard informeren wij je wanneer er grote wijzigingen optreden in de voorstellen van het kabinet voor 2021. Indien je vragen hebt of advies op maat wil wat deze voorstellen voor jouw situatie betekenen, neem gerust contact met ons op!