Het heffingsvrije vermogen in box 3 bedraagt in 2025 € 57.684 (bij fiscaal partners: € 115.368). Daarboven betaal je belasting in box 3. In beginsel op basis van een forfaitair inkomen.
Bij de berekening van het forfaitair inkomen wordt rekening gehouden met drie vermogenscategorieën met verschillende forfaitaire percentages:
- banktegoeden;
- beleggingen/overige bezittingen;
- schulden.
Voor 2025 is het forfaitaire percentage voor de categorie ‘overige bezittingen’ vastgesteld op 5,88%. De percentages voor de categorieën ‘banktegoeden’ en ‘schulden’ worden pas na afloop van het kalenderjaar definitief bekendgemaakt, maar zijn voorlopig vastgesteld op respectievelijk 1,44% en 2,62%.
Over het forfaitair inkomen in box 3, betaal je in 2025 36% belasting.
Doordat de forfaitaire percentages voor beleggingen hoger zijn dan voor banktegoeden en schulden, kan het voordelig zijn om beleggingen te gebruiken om schulden af te lossen, dan wel na verkoop van beleggingen de opbrengst aan te houden als banktegoed. Doe dit dan wel vóór de peildatum van 1 januari 2025.
In verband met antimisbruikbepalingen moet je een verlaging van de beleggingen in het laatste kwartaal van 2024 ten gunste van jouw banktegoed tenminste 3 maanden handhaven, tenzij je aannemelijk kunt maken dat hieraan zakelijke motieven ten grondslag liggen. Anders worden deze transacties op de peildatum van 1 januari 2025 genegeerd. Bijvoorbeeld op 30 december 2024 aandelen verkopen en op 2 januari 2025 weer terugkopen om box 3-heffing te besparen mag niet.
Daarnaast kun je jouw box 3-inkomen bijvoorbeeld verlagen door:
- Nog dit jaar de geplande aankoop (en betaling) te doen van dure goederen die niet tot het box 3-vermogen worden gerekend (zoals een auto);
- Zo veel mogelijk jouw belastingschulden te betalen. Deze schulden (met uitzondering van erfbelastingschulden) kun je niet aftrekken van het box 3-vermogen. Door deze schulden nog dit jaar te betalen wordt jouw box 3-vermogen wel lager;
- Een lijfrentestorting te doen (zie ook tip 2);
- Een schenking te doen (zie ook tip 6).
Ben je van plan om te investeren in jouw onderneming? Mogelijk is het voordelig om dat nog dit jaar te doen of kun je die investering juist beter uitstellen tot 2025. Op die manier kun je optimaal gebruik maken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) en betaal je mogelijk minder belasting.
Voor de KIA moet je minimaal € 2.801 (2024) aan investeringen doen. Investeer je meer dan € 387.580 (2024), dan heb je geen recht op de KIA. Investeringen tot € 450 tellen niet mee. De KIA geldt zowel voor nieuwe als gebruikte bedrijfsmiddelen. Voor sommige bedrijfsmiddelen kun je geen KIA krijgen, zoals personenauto’s.
Voor bepaalde energiezuinige en/of milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen kun je ook recht hebben op Energie-investeringsaftrek (EIA) of Milieu-investeringsaftrek (MIA).
Bij vervreemding (desinvestering) van een bedrijfsmiddel binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar waarin de investering heeft plaatsgevonden en waarvoor je KIA, EIA of MIA hebt genoten, moet je een desinvesteringsbijtelling in aanmerking nemen. Wanneer je het voornemen hebt om een bedrijfsmiddel te verkopen dat je minder dan vijf jaar geleden hebt aangeschaft, dan is het voor jou misschien raadzaam het bedrijfsmiddel pas begin 2025 te verkopen. Mogelijk kun je hiermee de desinvesteringsbijtelling beperken of voorkomen.
De schenkbelasting kent een aantal vrijstellingen. Over een schenking tot het bedrag van de vrijstelling betaalt de ontvanger geen schenkbelasting.
De jaarlijkse vrijstelling voor kinderen bedraagt in 2024 € 6.633. Als je aan iemand anders schenkt, bijvoorbeeld jouw kleinkinderen, dan bedraagt de jaarlijkse vrijstelling € 2.658.
De eenmalige vrijstelling geldt alleen als de ontvanger op het moment van de schenking tussen de 18 en 40 jaar is óf een fiscaal partner heeft tussen de 18 en 40 jaar. De dag van de 40ste verjaardag telt nog mee. In 2024 bedraagt deze eenmalige schenkingsvrijstelling € 31.813. Ondanks de eenmalige vrijstelling moet de ontvanger van deze schenking wel uiterlijk 28 februari 2025 een aangifte schenkbelasting indienen.
Ben je op huwelijkse voorwaarden getrouwd en is er in de huwelijkse voorwaarden een jaarlijks verrekenbeding opgenomen? Vergeet dan niet de verrekening met jouw echtgenoot op te (laten) stellen. Als verrekening achterwege is gebleven, dan kan dat bij overlijden of echtscheiding tot hoogst onaangename gevolgen leiden. Vaak wordt dan namelijk bij overlijden of echtscheiding aangenomen dat de partners in gemeenschap van goederen waren gehuwd.
Heb je jarenlang verzuimd het periodiek verrekenbeding na te leven? Dan kan met behulp van een vaststellingsovereenkomst de bedoelingen van partijen alsnog worden gerealiseerd.
Let op! Voor deze eindejaarstips hebben we zo veel mogelijk rekening gehouden met de kabinetsplannen. Een aantal plannen is echter nog niet goedgekeurd door de Eerste Kamer en daardoor nog niet definitief.
Heb je vragen over bovenstaande? Neem dan gerust contact op met jouw klantmanager!